Leidt denkvermogen tot doenvermogen?
Zelfredzaamheid: vaak het belangrijkste doel binnen de schuldhulpverlening. Het credo is: ” Wilt u hulp? U kunt die hulp krijgen! We maken heldere afspraken met u die moeten leiden tot een oplossing van uw probleem. We verwachten dat u zich zonder morren aan de afspraken houdt. U wilt toch een oplossing?”
Jammer alleen dat het in de praktijk zo moeilijk is om met schuldenaren goede afspraken te maken. We nemen nog steeds aan dat zij rationeel denkende mensen zijn die graag bereid zijn mee te werken aan een oplossing van hun probleem. Maar de weerbarstige praktijk laat vaak anders zien: uitval, recidive of afspraken die niet worden nagekomen. Ligt dat aan de schuldhulpverlener of aan de cliënt? Misschien wel aan de eerste!
Want steeds verder dringt het besef door dat burgers (en zeker mensen met schulden) helemaal niet zo rationeel denkend zijn. In hun invloedrijke boek “Schaarste” beschreven Mullainathan en Shafir dit fenomeen al. Hoe kun je je aan afspraken houden als je grootste zorg is hoe je deze maand weer je energienota moet betalen of hoe je kind volgende week mee kan op schoolreisje?
Ook de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid roert zich inmiddels. In hun rapport “Weten is nog geen doen”, dat onlangs verscheen, wordt beschreven dat denkvermogen nog niet automatisch leidt tot “doenvermogen”. Met doenvermogen wordt bedoeld: “een doel stellen en een plan maken, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleidingen en tegenslag.” Jammer genoeg heeft doenvermogen vooral te maken met een aantal persoonskenmerken (temperament, zelfcontrole, overtuiging) die slechts beperkt te trainen en te veranderen zijn. Daar komt bij dat het maken van verkeerde keuzes of passief gedrag lang niet altijd wijst op onwil maar eerder op overbelasting of onvermogen. Een van de aanbevelingen is daarom om regels op te stellen die een zekere robuustheid of correctievermogen hebben. Zoals het zo mooi beschreven staat in het rapport: “de burger moet de wet niet alleen kennen, maar ook kunnen.”
Gelukkig wordt ook de schuldhulpverlening langzaam wakker en wordt inmiddels (zij het nog op beperkte schaal) geëxperimenteerd met een andere aanpak, bijvoorbeeld in Alphen aan den Rijn. Hier wordt “Mobility Mentoring” toegepast, een methodiek , die door Nadja Jungmann en Peter Wesdorp is beschreven. Kern is dat overbelasting van de cliënt zoveel mogelijk wordt weggenomen. De schuldhulpverlener stelt zich op als een mentor. De toegang is laagdrempelig. Er is een gelijkwaardige relatie. De mentor ondersteunt de cliënt in het formuleren en vaststellen van zijn eigen doelen. Respect en gelijkwaardigheid staan voorop. Procedures zijn makkelijk te begrijpen en sancties worden beperkt. Goed gedrag wordt beloond. Er wordt, kortom, gestreefd naar een samenwerking die zo weinig mogelijk stress oplevert voor de cliënt. Een mooi voorbeeld van hoe het ook zou kunnen. Een tip aan alle schuldhulpverleners en beleidsmakers: lees het WRR rapport.