De gemeentelijke schuldhulpverlening in Nederland: een deur die langzaam open gaat?

Geplaatst op

De schuldhulpverlening in Nederland mag zich in een blijvende belangstelling van de Nationale ombudsman verheugen. Van mei 2016 tot juli 2017 ontving hij bijna 230 klachten van burgers die onredelijke drempels tegenkwamen bij hun verzoek om schuldhulpverlening. Reden voor hem om hier een onderzoek naar te starten. Onlangs verscheen het rapport: “Een open deur?” waarin de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening werd onderzocht bij tien gemeenten. Daarin valt nog het nodige te verbeteren, zo blijkt. En dat zal waarschijnlijk voor de gemiddelde schuldhulpverlener geen verwondering wekken. Aan hen ligt het trouwens niet. Zij zijn volgens de Nationale ombudsman zeer betrokken en zij zetten zich vol overtuiging in. Nee, het heeft meer te maken met (een gebrek aan) geld en soms ook met een gebrek aan vakkennis.

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening biedt gemeenten de ruimte om burgers op individuele gronden af te wijzen. Maar de praktijk is vaak dat categorieën van mensen door de gemeentelijke beleidsmakers bij voorbaat op één hoop worden gegooid. Vervolgens worden deze mensen (te) vaak stelselmatig geweigerd. Natuurlijk, er zijn verbeteringen. Toch zal dit fenomeen herkenbaar zijn bij bijvoorbeeld huizenbezitters, zzp’ers, mensen in een echtscheidingsprocedure, mensen met fraudeschulden of mensen met CJIB boetes. De Nationale ombudsman stelt onomwonden dat het hanteren van dergelijke categoriale afwijzingsgronden in strijd is met de wet.

Wat mag de burger volgens hem dan van gemeenten verwachten? Welnu, vier simpele behoorlijkheidsvereisten:

1. Een open, duidelijke en toegankelijke gemeente. Vrij van papieren rompslomp en allerlei (administratieve) barrières. Wie kent geen gemeenten waarbij alleen kopieën worden geaccepteerd, of waarin de burger verplicht moet meedoen aan groepsworkshops?

2. Een gemeente die voldoende oog heeft voor het belang van de burger, vooral als die burger het door de stress allemaal zelf niet kan of weet. Wees wat meer uitnodigend en behandel de burger respectvol.

3. Een gemeente die zich redelijk opstelt. Weiger dus geen burgers vooraf omdat zij tot een bepaalde categorie behoren; weeg de individuele omstandigheden af;

4. Een gemeente die transparant en betrouwbaar handelt. De Nationale ombudsman constateerde onder meer dat gemeenten verschillend omgaan met het afgeven van beschikkingen. Soms is er geen omschrijving van de toegekende hulp, soms geen motivering van de afwijzing en sommige gemeenten geven überhaupt geen beschikking af. Dit ontneemt de burger de mogelijkheid om op een goede manier in bezwaar te kunnen gaan.

De Nationale ombudsman doet de volgende aanbevelingen:

• Ga naar de burger toe. Ga een face- to- face gesprek aan en onderzoek wat de persoonlijke situatie is.

• Sluit geen doelgroepen op voorhand uit. Verzamel eerst relevante informatie, houd de omstandigheden in het oog en weeg de verschillende belangen tegen elkaar af. Wees redelijk.

• Geef op iedere aanvraag een duidelijke, goed gemotiveerde, schriftelijke beslissing, die begrijpelijk is.

Een vervolgonderzoek wordt in de zomer van 2018 gepubliceerd. Hopelijk staan de deuren dan al iets wijder open