Wat betekent de verkorting van de aflosperiode voor 2024?

Geplaatst op

In een eerdere blog deelde Fokke van der Meulen, docent bij Learncare Academy, al zijn kennis met ons op het gebied van wet- en regelgeving. In deze blog vragen we hem meer te vertellen over de nieuwe ontwikkelingen in de schuldhulpverlening. Fokke werkt al sinds 1997 in de schuldhulpverlening en sinds 2007 als docent. Het afgelopen jaar zag hij de ontwikkelingen zich in rap tempo opvolgen, met de verkorting van de aflosperiode als grootste verandering.

“In juli van 2023 hebben we een enorme verandering meegemaakt: het wettelijke schuldsaneringstraject is verkort van 36 maanden naar 18 maanden. Als ik aan mijn studenten uitleg waarom, leg ik dat op de volgende manier uit: 

De overheid vindt dat als jij schulden hebt, je die zelf moet oplossen. Als dat je echter niet lukt, kun je hulp inschakelen van de gemeente: de schuldhulpverlening. Die moet alles uit de kast trekken om tot een oplossing te komen. Lukt dat niet, dan volgt eventueel een wettelijk traject. Dit is eigenlijk een laatste redmiddel, waaraan een rechter te pas komt bij het beoordelen van het verzoek. 

Dit wettelijke schuldsaneringstraject duurde tot voor kort 3 jaar. Sinds dit traject in 1998 werd ingevoerd, is er veel gebruik van gemaakt. Maar dit aantal liep de afgelopen jaren flink terug. En dat terwijl het aantal mensen met schulden onverminderd hoog is. In 2020 waren er ruim 600.000 huishoudens in Nederland waar financiële problematiek speelde. Inmiddels zijn er al ongeveer 726.000 gezinnen waarin dit probleem speelt.

Natuurlijk bereikt maar een fractie daarvan de schuldhulpverlening. Onder andere door schaamte, het zelf willen oplossen en een afkeer tegen de overheid duurt het gemiddeld 5 jaar voordat mensen hulp zoeken. Toch was het opmerkelijk dat de toestroom naar het wettelijke schuldsaneringstraject al jaren daalde.  

Een verklaring had kunnen zijn dat er meer gemeentelijke regelingen tot stand zijn gekomen in deze periode, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Daarom wilde de overheid maatregelen treffen om het gebruik van het wettelijke traject weer te optimaliseren. Dit kan namelijk een laatste redmiddel zijn voor mensen om hun schulden opgelost te krijgen en om te voorkomen dat ze de rest van hun leven door schuldeisers worden achtervolgd. 
 

Toenmalig minister Dekker voor Rechtsbescherming wilde een wetswijziging laten doorvoeren waarbij in de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) de termijn voor de toelatingsgrond (‘goede trouwtoets’) van vijf naar drie jaar zou worden teruggebracht. Dit houdt in dat je nu in de drie jaar voorafgaand aan het verzoek niet te kwader trouw mag zijn geweest in het laten ontstaan van je schulden (in plaats van in de afgelopen vijf jaar), wil je kans maken om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.

Bij de behandeling van deze wetswijzing is een aantal amendementen aangenomen. Een daarvan was een verkorting van de duur van de Wsnp van 36 naar 18 maanden. Oorspronkelijk was het plan de wetswijzigingen per 1 januari 2024 in te laten gaan. Dit riep echter de angst op dat schuldenaren zouden wachten met hulp zoeken tot volgend jaar. Minister Weerwind voor Rechtsbescherming, de opvolger van minister Dekker, heeft toen bepaald dat de wetswijziging op 1 juli 2023 in zou gaan; een onverwachte snelle wending. 

Daarop heeft minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen schuldhulpverleners opgeroepen om vanaf 1 juli 2023 deze duur bij minnelijke schuldregelingen te volgen.

Momenteel zitten we eigenlijk in de overgangsfase, waarin we werkprocessen op orde brengen en kijken wat deze wijzigingen voor de praktijk betekenen. Veel gemeenten zijn bezig met het vraagstuk: hoe kunnen we de veranderingen het beste doorvoeren en vormgeven? Zo zijn er gemeenten die een voorziening willen treffen voor schuldenaren die volgens de oude norm de kredieten moeten terugbetalen.  

Ik verwacht niet dat er in 2024 enorme wijzigingen komen. Wel denkt de NVVK nu na over de gevolgen van de wijzigingen. Vragen die daarbij spelen, zijn: wat zijn de gevolgen voor het hulpaanbod en hebben de wijzigingen ook gevolgen voor het vaststellen van het maandelijks af te lossen bedrag bij minnelijke schuldregelingen? Daar zullen we in 2024 ongetwijfeld meer van vernemen.  Dat er waarschijnlijk verder geen enorme wijzigingen volgend jaar komen, geeft ons hopelijk rust en de gelegenheid om onze werkwijzen goed op orde te brengen en alles volgens de nieuwe regelgeving te kunnen inrichten. 

Het zal zich nog moeten uitwijzen wat het effect is van de verkorting van de aflosperiode. Natuurlijk is het voor schuldenaren prettig, maar voor schuldeisers niet. Alle wetswijzigingen moeten ertoe leiden de doorloop van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsanering beter te maken. Maar het is niet duidelijk waarom er nu juist voor 18 maanden is gekozen en niet voor een andere duur.

Een traject van 3 jaar is stevig en best lang, maar kan daardoor wel een educatief en opvoedkundig effect hebben. Een traject van 18 maanden is nog relatief te overzien, maar dit zou uiteindelijk eerder kunnen leiden tot terugval. 

Toch geldt waarschijnlijk ook: hoe korter zo’n aflosperiode duurt, hoe eerder mensen weer lucht en perspectief krijgen op een schuldvrije toekomst. Het is dan essentieel om ruimte te creëren om mensen na afloop op andere mensen te begeleiden, zoals met budgetcoaching, waardoor ze worden begeleid in het aanleren van financiële competenties. Maar hoe organiseren we dat? Dat soort vragen zijn er nog steeds en daar zal in 2024 vorm aan worden gegeven. Alle wijzigingen en wat dit voor de praktijk betekent, worden in al onze opleidingen meegenomen, ook in 2024. We volgen de ontwikkelingen op de voet.” 

Wil jij een bijdrage leveren aan de toekomst van schuldhulpverlening en budgetcoaching? Bekijk dan ons opleidings- en cursusaanbod rondom financiële hulpverlening, zowel online als klassikaal.